De tuin van het Van Dam Huis is twee lentes oud en het is goed te zien dat hij gegroeid is.
Bij de aanleg is onder andere gekozen voor planten die ook in de geneeskunde worden gebruikt. Het blijkt nu dat deze het erg naar hun zin hebben; venkel, akelei, calendula (goudsbloem) en vrouwenmantel zijn enthousiaste groeiers en bloeiers. Daarentegen blijkt dat de helleborus (kerstroos) het niet fijn had, zeker niet onder de beuken aan de voorgevel. Daar was de grond ook aan de schrale kant. In maart is daarom 3m³ bemeste tuinaarde gestort. De planten die de winter hadden overleefd zijn uitgegraven en daarna terug gezet in een wat rijkere grond. En dat is zichtbaar; opeens is ook de voortuin meer begroeid!
Zo nu en dan krijgen we van patiënten uit de praktijk stekjes die over zijn uit hun eigen tuin. Daar zijn we erg blij mee. Onder de beuken willen we een soort stinzentuin maken. Dankzij deze donaties staan er nu jonge lelietjes van dalen, wilde hyacinten en longkruid.
Daarnaast hebben we in het zonnige gedeelte van de tuin irissen kunnen planten, die nu voorzichtig aan in bloei komen. Ook verwachten we dit voorjaar de papaver, digitalis en de ridderspoor weer te zien. De rozen staan veelbelovend in knop.
Er is een vaste ploeg van 5 medewerkers die de tuin onderhoudt. Zodra het nodig is wordt er in de tuin gewerkt, onkruid verwijderd, zwerfafval weggeruimd, de compost bakken aangevuld met compost van elders, rijk aan insecten en wormen. En met dit extreem droge voorjaar hebben we veelvuldig moeten sproeien; het resultaat mag er zijn!
De tuingroep wenst u veel kijkplezier.