De koningsgaven: goud, wierook en mirre

Met de kerst en Driekoningen in het vooruitzicht leek het mij mooi om stil te staan bij de drie koningsgaven goud, wierook en mirre die, gedrieën, de ingrediënten zijn van drie belangrijke antroposofische middelen: myrrha comp, olibanum comp. en aurum comp.

Het goud (Aurum)

Sinds de vroegste tijden is de mens gefascineerd door goud, maar de betekenis is in de jaren wel sterk veranderd. In oude tijden was het goud uitsluitend voorbehouden aan cultische doeleinden, zoals in het oude Egypte aan de farao’s en priesters. Met het goud kon verbinding worden gemaakt met de goden. Dit werd ook veel later verder gezet: kerken, kloosters en paleizen werden rijkelijk met goud versierd en ook de vele cultische voorwerpen als kronen, kelken en bijzondere gewaden werden met goud gemaakt. In veel schilderijen en zeker in iconen verwijst het goud naar het goddelijke. Voor de meeste mensen geldt ook nu nog dat goud een zekere eerbied oproept.

Goud is een van de zwaarste metalen, bijna dubbel zo zwaar als lood. Maar zo compact en verdicht als het kan zijn, zo uitgestrekt kan het ook worden: goud kan worden platgewalst tot een folie dunner dan 1 tienduizendste millimeter, of uitgetrokken worden tot een draad van wel 2 kilometer uit maar 1 gram goud. Wanneer goud wordt opgelost als hele kleine deeltjes in water (colloidaal) dn kan het alle kleuren van de regenboog aannemen.

In het goud vinden we dus de dualiteit van uitstraling en verdichting, van licht en zwaarte en van grote uitbreiding en toch kunnen vasthouden (de gouden draad!) sterk aanwezig. Het uit de oudheid overgeleverde symbool voor goud (én voor de zon!) , een cirkel met een punt in het midden, laat deze dualiteit ook mooi zien. Een cirkel als symbool voor de eeuwigheid, de punt als symbool van gecentreerd blijven.

Deze kwaliteit van centrum en periferie zijn, kennen we in het menselijk lichaam van het hart. Met de systole, het samentrekken van het hart, en de diastole als het bloed uit 1.000 m2 aan capillaire bloedvaten weer terugstroomt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het goud als hét middel voor het hart, voor het midden, voor de verbinding wordt gezien.

De wierook (Olibanum)

Olibanum is een hars die gewonnen wordt uit de Arabische wierookboom. Het gaat hier om zuivere wierook, anders dan de mengsels van geuren die als ‘wierook’ worden verkocht. De boom heeft veel licht nodig en groeit het best op wat hoger gelegen plekken. De boom wordt niet groot en met zijn vele knoestige takken ziet hij er eerder uit als en struik, dan als een boom.

De bladeren zijn verrassend zacht en week, aan beide kanten donzig behaard. Met die haartjes onttrekt hij het dauwvocht uit de lucht, wat in de droge streken waar de wierookboom welhaast een must is. Het oogsten van de wierookhars begint in het voorjaar door het inkerven van de papierachtige schors en duurt maanden. Eén boom kan 3 – 10 kilo hard produceren. Omdat het transport van de wierook in vroeger tijden door gevaarlijk gebied moest worden getransporteerd en door het lange productieproces, was het haast net zoveel waard als goud.

De rook van olibanum heeft ontsmettende eigenschappen en wordt daarom wel gebruikt om woonruimten te ontsmetten, maar kan ook therapeutisch worden ingezet bij astma om de ademhaling te verdiepen. Vooral de vrijgekomen etherische olie werkt bevrijdend op de ademhaling. Het branden van wierook wordt echter vooral gebruikt in cultische en religieuze handelingen, om de mensen te zuiveren en te openen voor het geestelijke.

De mirre (Myrrha)

Mirre is ook een gomhars en wordt gewonnen uit de bast van de mirreboom. Myrrha verwijst naar ‘myr’, bitter in het Arabisch. De mirreboom toont veel gelijkenis met de wierookboom, wordt hooguit drie meter hoog en heeft verassend zachte bladeren. De mirre wordt gewonnen door het insnijden van de bast, waarbij een geel melksap naar buiten komt dat verstart aan de lucht.

Mirre wordt traditioneel gebruikt omwille van zijn samentrekkende en ontsmettende eigenschappen. Als tinctuur wordt het ingezet bij ontstekingen van keel en larynx (om te penselen, spoelen of gorgelen) en in de tandheelkunde, bijvoorbeeld bij ontstoken tandvlees. Mirre werd in vroegere tijden veel hoger gewaardeerd dan tegenwoordig, voornamelijk om zijn buitengewoon sterke samentrekkende werking, die in die tijden nauwelijks door iets anders kon worden opgeroepen. In het Oude Egypte werd mirre gebruikt voor het balsemen van de doden. Kilo’s mirre werden gebruikt om de buik-, borst- en schedelholtes van de doden te vullen.

Mirre bevat meer gomstoffen dan wierook. Gomstoffen vormen met water kleverige oplossingen waarin het water beter wordt vastgehouden in de boom. Wierook bevat daarentegen weer meer hars, gestolde geurige etherische oliën. Mede hierdoor wordt aan mirre een relatie met de stofwisseling toegeschreven en aan wierook meer een werking in het middengebied en het gevoel.

De bereiding van myrrha comp.

Door milde warmteprocessen worden de drie componenten goud, wierook en mirre stap voor stap met elkaar verbonden tot een substantiële eenheid, die meer moet zijn dan de som van de bestanddelen. Eerst wordt het goud in de vorm van een zeer dunne folie (bladgoud) onder zacht verwarmen ‘verkleefd’ in de fijngewreven mirre. Hierbij komt de harsig-kleverige eigenschap van mirre tot zijn gelding. Vervolgens wordt de wierook gebrand, en de rook gedurende zeer lange tijd omhoog door het afgekoelde goud-mirre mengsel geleid.

In de volgende bereidingsstap wordt het goud-wierook-mirremengsel ‘ingehuld’ in lactose, die verwarmd werd tot smelttemperatuur. Hierdoor wordt het fijne aroma van de wierook ingevangen en de verbinding van de drie substanties verstevigd. Na het verstarren bij afkoeling vervolgt een handmatig verwrijven gedurende een uur, dat tot Myrrha comp. D1 leidt.

Alle bereidingsstappen worden in de vroege ochtend- en avonduren uitgevoerd in de dagen tussen 25 december en 6 januari: de 12 heilige nachten. In die periode is de sluier tussen hemel en aarde flinterdun en de verbinding met de geestelijke wereld het sterkst.

Indicaties

De drie middelen myrrha comp, aurum comp en olibanum comp verschillen van elkaar door het bereidingsproces (bij aurum comp en olibanum comp worden de goud, wierook en mirre eerst verdund en dan pas bij elkaar gevoegd) en van samenstelling. Zitten bij myrrha comp. en aurum comp. goud, wierook en mirre in gelijke delen in het preparaat, bij olibanum is het goud zeer sterk verdund (tot D30).

Myrrha comp. wordt vooral ingezet bij trauma om weer te integreren, stabiliseren, weer in de ‘warmte’ te komen, terwijl olibanum juist ingezet wordt om ‘los te laten’ , bijvoorbeeld in de stervensfase. De aurum comp., die ook als zalf bestaat, wordt als ‘hartzalf’ gebruikt om de mens een ‘hart onder de riem’ te steken.

Dit artikel is een bewerking van teksten uit het Weleda preparatenregister.