Immuniteit – vanzelfsprekend of toch niet?

Het lichaam
Kort geleden vroeg een Duitse internist zich af, hoe het toch kan zijn dat ons lichaam ons in zo vele opzichten “vreemd geworden is”. Hoe kan het zijn, dat ons “huis”, ons lichaam, niet meer een veilig huis is, waarin je vanzelfsprekend zelf bepaalt wat gezond voor je is, wat goed voor je is, wat wel -, en wat beter niet kan binnenkomen in jouw huis. Waar je met weerzin moet toezien, hoe de immuniteit het laat afweten. In je gewrichten, of in de spieren, of in de orgaansystemen van bijvoorbeeld lever, of nieren, of schildklier, of de myeline van het zenuwstelsel. Het zijn niet meer ‘jouw handen”, “je eigen darmen”, de door jou zelf bepaalde stofwisseling of suikerspiegel2. Ai, ze zijn ons “vreemd geworden”.

De ziel
Vervolgens vroeg hij zich af, hoe het toch kan zijn, dat we ook psychisch niet altijd meer weten, wat wel en wat niet goed voor ons is, wat wel en niet bij ons hoort, wat wel en wat niet binnen mag of moet komen aan invloeden van buiten af. Dat vaak ook onze ziel ons “vreemd geworden is”. Hebben we het besef verloren, hoe zegenrijk en gezond makend (immuniteit verhogend!) een goede slaap is – en hoe, als deze lange tijden verstoord is, hoe ellendig “vreemd in de dag” we ons dan kunnen voelen?

Laten we beginnen met de dag en de nacht
“Goed Slapen” is de grote gezondheidsbrenger. Ook als je een chronische en vaak pijnlijke lichamelijke ziekte hebt. Ook als er zorgen zijn van allerlei aard. De nacht heeft krachten, die niet bij ons kunnen binnen komen als we piekeren. De nacht weet meer dan wij kunnen bedenken. De nacht wacht op ons probleem, zeker, maar dan in een vorm waarin we een situatie of het probleem nog eens overdenken en bekijken, en er een vraag over stellen. Een open vraag, want we weten het antwoord immers niet. Dagen, soms langer of nog later, kan het dan zijn dat je ontwaakt met een idee, een plan, een naam van een mens, of een onverwachte ontmoeting. De nacht heeft een schat aan immuniteit verhogende geschenken. Gezondheid brengende geschenken.

En de dag?
“Aan lichamelijke pijnen zijn vaak jaren van psychische pijnen vooraf gegaan”, schrijft Matthias Girke. Soms vanuit het eigen leven, soms ook overgeërfde zielenpijn van de vorige generatie. Pijnbestrijding kan helpen de pijnen uit te houden. Denk aan inwrijvingen, ritmische massage, oliën, baden, medicaties. Dan wordt het lichaam weer eigener en de ziel wordt milder voor zichzelf. Pijn heeft een Januskop: het wijst naar vroeger, maar stelt ook de vraag naar de toekomst, naar andere perspectieven om de dag tegemoet te gaan, om andere mensen toe te laten en je wereld te vergroten. “Pijn is als een heilige engel, want door haar zijn de mensen groter en waardiger geworden dan door alle vreugden in de wereld”, schrijft Adalbert Stifter 2 eeuwen geleden al.

De dag wil graag warmte, creativiteit, trouw
De dag wil graag, dat we niet alleen worden bepaald door plichten en zwichten, maar dat we toch tenminste een groot deel zelf bepalend zijn. Wat betekent dat? Dat we dagelijks doen wat ons gelukkig maakt, ons hart volgen? Ook dat. Maar er is nog meer. Was je niet zelfbepalend toen je een kinderwens had, of een partner in je leven kreeg? Of een studie koos, of een werkplek? Een meditatie te oefenen? Een innerlijke scholingsweg te gaan?

Zelf gewild, zelf gekozen, soms met haken en ogen, met mitsen en maren, maar toch. Dan vraagt je psychische immuun systeem om enthousiasme en plezier te blijven investeren in deze ooit gemaakte keuzes. Om zogeheten “creatieve trouw” te ontwikkelen aan je plannen en besluiten en gekozen daden. Dat geeft een buffer aan je auto-immuun systeem, serieus.

En het gezinsleven?
Het is al enkele generaties, dat we kwijt zijn dat de lagere school leeftijdsfase een bron van immuniteit kan worden – . Want dan ontwikkelt zich de thymus (zwezerik), die koers zet naar “mijn” auto-immuniteit. Er ontwikkelen zich in dit orgaantje speciale immuun-cellen (T-cellen), die het lichaam langzamerhand leren onderscheiden wat “eigen” is, en wat “vreemd”. Wat hoort bij mij, en wat is mij vreemd. Dit bijzondere orgaan is heel gevoelig voor invloeden en shocks van buiten af.
Veel auto-immuunziekten zijn terug te brengen op deze kwetsbare fasen, en als je het weet, kan je er als opvoeders en leraren je voordeel mee doen. De vraag is dus:
Kan de schildklier rustig deze 7 jaren zijn ontwikkeling voltooien, of moet er worden opgelet? Opgelet niet alleen op school, maar ook in het gezin? Of moeder gelukkig is? Of een ouder sterft? Iemand ontploft? Opgenomen wordt? Of dat je voor alle zorgen of ruzies thuis moet waken? Of er een oorlog komt? Of geweld in de eigen straat? Word je gepest? Ontkomt je niet aan de druk van de social media, de influencers? Of heb je chronisch angst dat we allemaal Covid – 19 krijgen als we in de klas zitten?

Als je het weet, kan je er als opvoeders en leraren je voordeel mee doen. Voor later. Veel later.

Ons huis, onze ziel, onze zorgen – met elkaar hiervoor zorgen. Dat geeft auto-immuniteit. Dat geeft misschien ook groeps-immuniteit.

Henriette Dekkers